include ($siteroot."/includes/Search.php");
?>
Dit wordt onze eerste overwinterreis. We hebben eerst ruim 5 maanden verbouwd en fysiek hard gewerkt.
De reis is al verschillende keren uitgesteld, eerst door de verkoop van het huis en toen door het LUMC, maar op 15 februari vertrekken we dan toch.
’s Morgens nog even naar de bibliotheek in BOZ en bij de postbankpinautomaat even gekeken naar het saldo en ja het staat er echt op de verkoopsom van het huis.
De sleutels van het huis brengen we naar Josee en dan weg.
Het loopt voorspoedig. In Frankrijk onze eerste stop en dan….. brandt er een rood lampje.
Er komen weer visioenen van april vorig jaar toen we langs de weg stonden in Duitsland.
Het heeft iets te maken met de inspuiting. We stoppen op een parkeerplaats en als we na 10 minuten wegrijden is het gelukkig uit.
Vandaag stoppen we in de buurt van St. Quintin om te overnachten.
16-februari
Verder door het Franse land. Tussen Dijon en Lyon ligt nog sneeuw in de berm. Het is buiten koud en het waait hard. We stoppen in de buurt van Montelimar en slapen weer op een parkeerplaats.
17-februari
Het is koud geweest vannacht en het waait erg hard. De zon schijnt de hele dag, maar de wind maakt het koud. De temperatuur stijgt zowaar tot 7 graden en we overnachten op een camping onder Taragonna. De camping is erg druk.
18-februari
Het waait nog steeds flink. In de zon gaat het, maar met de wind erbij is het nog handschoenenweer. Onderweg wordt het wat aangenamer. In de auto kunnen de truien uit.
In Sagunto maken we een Hannibal tussenstop.
We zetten de camper onder in de stad op een parkeerplaats en op de scooter gaan we naar boven naar de overblijfselen van een oude burcht. Na de Iberiers, de Carthagers en de Romeinen bouwden de Moren hier een van hun grootste burchten. We bekijken de resten en genieten van het mooie uitzicht. Hier was dus het begin van de tweede Punische oorlog.
Het is lekker zonnig weer. We willen nog even internetten (Addie is jarig) maar het cafe is dicht. We rijden verder naar het zuiden en stoppen bij Santa Pola. En wat schetst onze verbazing, de camping is vol. Hutje bij mutje staat het hier vol met overwinteraars. Je zult hier maar maanden staan op zo’n klein stukje grind. We krijgen voor een nacht een plekje en staan naast het zwembad. Wegwezen hier.
19-februari
We vertrekken vroeg en rijden langs de kust verder. We komen langs uitgestrekte zoutmeren. In Carthagena maken we in het kader van eerdergenoemde toer een tochtje langs de haven. Over binnenwegen zoeken we de snelweg weer op. De amandelbomen staan hier al in bloei en overal hangen de sinaasappels aan de bomen. In de rivieren staat nergens water. De camping die we wilden bezoeken is helemaal vol, de eigenaresse verwijst ons naar een andere camping en daar krijgen we de laatste plaats. Het is een kleine camping in de heuvels bij het stadje Mojacar. Het is er erg rustig. Een camping met gemengd publiek, maar weer allemaal mensen die hier maanden staan.
20 en 21 februari
Een paar dagen tot rust komen. We maken op zondag een lekkere wandeling naar het dorp op de heuvel. Een mooi klein wit dorpje met veel winkeltjes. Het is heerlijk weer en we lunchen buiten. Op de camping is internet en het eerste verslag gaat de deur uit.
Op deze camping is ook een wasmachine, dus maken we daar gebruik van, maar de was hangt nog maar een uurtje te drogen of het begint te regenen en het houdt niet meer op tot de avond. Op de scooter nog even naar Mojacar strand. Het waait daar erg hard.
22 februari
De zon is er weer vandaag en wij gaan verder richting Granada. Onderweg pikken we Fort Bravo mee. Dit is een voor de spaghettiwesterns van Sergio Leone gebouwd filmdecor. Compleet met galg, saloon, fort etc.
Om half een is er een show. Op zijn Spaans met veel praten en humor. Toch wel leuk.
Daarna verder richting Granada. Onderweg ligt nog sneeuw. We rijden ten noorden van de Sierra Nevada. In Granada zitten we een 10tal kilometer van de stad op camping Zubia.
23 en 24 februari
Twee dagen in Granada. Met de bus die voor de camping stopt erheen. In een kwartiertje ben je er. We lopen naar het Alhambra en zijn daar een tijd zoet. Eerst kaartjes kopen en de tijd bepalen voor het bezoek aan het Palacio Nazaries. We beginnen met de Generalife. Een prachtig paleis met schitterende tuinen.
Mooie waterpartijen.
Het is erg rustig en we kunnen hier op ons gemak rondwandelen.
Daarna het paleis en tot slot het Alcazaba. Persoonlijk vind ik de Generalife het mooiste gedeelte van het complex.
Langs de andere kant lopen we terug naar de stad en lopen door de Joodse wijk.
We eten een broodje met frites en een bezoek aan het archeologisch museum en dan gaan we terug met de bus.
Een verjaardagsetentje in het restaurant van de camping.
De volgende dag bezoeken we de capella Real met de graven van Ferdinand en Isabella, Philips de Schone en Johanna de waanzinnige. Het hekwerk dat voor de grafkamer zit is erg mooi. Er hangen ook heel wat Vlaamse primitieven.
Zoals zo vaak zijn ze net als wij iets bezoeken aan het verbouwen. Dit keer de kathedraal. Rond de kathedraal veel zigeunervrouwen, die je iets in je handen willen stoppen en dan geld willen. Handen in de zakken dus.
Door smalle trapstraatjes gaan we op zoek naar het oude moorse badhuis: el banuelo. Een bijzonder gebouwtje met een bijzonder dak met stervormige openingen.
Granada is een leuke stad.
25 februari
Onbedoeld wordt dit een lange dag. We staan op en gaan richting Algeciras. Daar willen we de boot richting Marokko nemen. Het weer in Spanje blijft kwakkelen en we hopen daar meer zon te zien. In een hypermercado doen we de laatste boodschappen en dan richting haven. We willen even kijken waar de boten aanmeren en waar je een ticket koopt. Een oplettende politieagent behoedt ons voor een oplichter en enigszins geschrokken rijden we door naar de ticketverkoop. We kopen een ticket en besluiten om dan maar vandaag over te steken.
Om 17.00 uur vertrekt de boot. Alleen vandaag(vrijdag) doet hij eerst nog Gibraltar aan om daar de Marokkaanse gastarbeiders op te halen die voor het weekend naar huis gaan.
Om 20.00 uur meren we aan in Tanger, maar het zal nog een uur duren voor we van boord zijn. Eerst moeten al die voetpassagiers met hun lading tassen over een smal trapje van boord. Dan mogen wij pas. Bij de douane krijgen we te maken met de eerste en enige keer dat er smeergeld gevraagd wordt. Ik heb de neiging om meteen om te draaien en terug naar Europa te varen, maar om 22.00 uur rijden we toch door donker Tanger. Met de hulp van een paar zeer vriendelijke agenten komen we Tanger uit en vinden we voorbij Cap Spartel bij de grotten van Hercules onze camping.
26 februari
Dankzij het tijdsverschil zijn we vandaag vroeg. We gaan eerst op de scooter geld wisselen. Het dichtstbijzijnde kantoor zit op de luchthaven van Tanger. Onze Euros worden daar voor een koers van 10,954 voor 1 euro gewisseld. Onderweg valt het verschil met Europa meteen op. Jongetjes die op hun ezeltje water halen. Vrouwen in traditioneel rood-wit gestreepte rokken, schaapskuddes met hun herder en veel mensen die te voet gaan.
’s Middags bekijken we de grotten van Hercules die tegenover de camping liggen.
Via een ingenieuze trap langs allerlei souvenirwinkeltjes kom je uiteindelijk in de grot.
Het is toch een indrukwekkend geheel, dat gebulder van de zee en dan die grot daarboven.
27 februari
We rekenen af op de camping en realiseren ons nog niet dat dit de duurste camping is die we in Marokko zullen hebben. 110 dirham per nacht.
Voor 1 dirham kopen we een brood en gaan dan richting Larache.
Valk voor de stad liggen de overblijfselen van de oude stad Lixus.
Langs de weg liggen de overblijfselen van een van de grootste garumfabrieken van het Romeinse rijk.
Bovenop de heuvel liggen de resten van de stad, een theater en delen van het forum.
Het waait flink en we rijden verder. In Larache stoppen we op de hoofdweg. Op een groot plein is een markt aan de gang. Een oppervlakte van enkele voetbalvelden gedeeltelijk geplaveid, gedeelte aangestampte grond staat vol met kraampjes.
Op het geplaveide deel is het nog redelijk, de kraampjes zijn van hout en zien er stevig uit, maar hoe verder je de markt op komt hoe armoediger het wordt. Een stuk plastic is ook een kraam. Veel mensen hebben hun koopwaar (wat tomaten, een paar eieren, een kool etc) gewoon op de grond liggen. Tussen de kramen staan nog een paar kermisattracties.
Er wordt van alles verkocht, van tapijten tot plastic teiltjes en van shampoo tot oude schoenen. Leuk om overheen te lopen en als eerste kennismaking met Marokko. Geen toerist te bekennen.
Na een paar uurtjes rijden we de stad uit en net buiten de stad is een grote parkeerplaats met campervoorzieningen. Hij staat dan ook bijna helemaal vol.
28 februari
De hele nacht heeft het geregend. Volgens andere camperaars is het in 70 jaar niet zo’n koud voorjaar in Marokko geweest. In Marrakech zijn de bloesems bevroren en de woestijn is groen. Op weg naar Rabat krijgen we verschillende buien op ons dak en het waait stevig. De camping in Salé is redelijk snel gevonden en we installeren ons.
Dit is een plein met daaromheen flats in de hoofdstad van Marokko. Vuilnis wordt opgehaald met paard en kar.
Onderweg zie je in dit deel van Marokko net als in Zuid Spanje veel plastic kassen. Grote goed onderhouden percelen vruchtbare grond. Veel gebeurt hier nog met mankracht of ezelkracht. Overal zie je mensen te voet of met een ezeltje al dan niet met karretje. Veel kuddes schapen die langs de weg in de berm grazen. Altijd is er iemand bij. Op de snelweg rijd je praktisch alleen. Fietsen zijn zeldzaam. De huizen die we onderweg zien zouden in Nederland onbewoonbaar zijn. Geen wonder dat mensen hun geluk zoeken in een rijker land.
1 maart
Vannacht heeft het hard geregend. Blijven we of gaan we verder? De musea in Rabat zijn op dinsdag dicht en het internetcafé in Salé is ook dicht, misschien is het vanmiddag open. Het blijft miezeren, dus op naar Marrakesh. Onderweg nog de nodige regen, maar het wordt steeds beter. 11 kilometer voor Marrakesh is de camping. ’s Avonds eten we in een chauffeurscafé Tajine van rund voor 70 dirham inclusief fooi.
2 maart
Vandaag gaan we op de scooter naar Marrakesh. Eerst in een internetcafé contact zoeken met het thuisfront en dan naar de soeks. Op het plein Jemaa el Fna komt er meteen een gids naar ons toe. Volgens zijn insigne is het een officiële gids.
De soek blijkt een doolhof van winkeltjes te zijn. Alle winkeltjes per soort bij elkaar. Pantoffel makers en verkopers, juweliers, djellaba makers en verkopers, tapijthandelaren, tassenverkopers enz. Een soek voor elk product. Tussendoor werkplaatsjes van enkele vierkante meters groot. Daar wordt nog op ambachtelijke wijze met de hand gewerkt. De koperslager, de smid, de meubelmaker, de schoenmaker etc. En tussen die winkeltjes in een moskee, een hammam etc. Het is allemaal erg smal en rommelig. We kopen met veel afdingen een tapijtje en een deur. Dat afdingen is één groot spel. Blijven lachen en muntthee blijven drinken.
Dit is echt een belevenis. De geluiden, de drukte, de kleuren enorm.
Tussendoor gaan we terug naar de camping en tegen de avond naar het plein Jemaa el Fna.
Daar is na 5 uur een echt spektakel. Slangenbezweerders, tovenaars, waterverkopers in rode pakken met koperen kannen, sinaasappelverkopers, te veel om op te noemen. We gaan een kopje muntthee drinken op het boventerras van café dat uitziet op het plein. Hier heb je een prachtig zicht op het plein.
De verhalenverteller zit op zijn stoel en rondom hem staan de luisteraars, een man in het bauw gekleed zit temidden van zijn potjes en kruiden te wachten op klanten. De muzikanten trommelen en spelen en zwaaien met hun hoofden.
De eettentjes zijn verlicht en de walmen komen je over het plein tegemoet.
Bij een van de tentjes gaan we wat eten, couscous en spiesjes met gehakt.
Prachtige stad.
3 maart
Gepland was een bezoek aan een museum, maar waar is dat museum verstopt? Niet gevonden. We hebben nog heerlijk een paar uurtjes rondgelopen in de soeks.
Terug naar de camper en plannen maken voor morgen. We willen naar het zuiden naar de woestijn, maar om daar te komen moet je de Tzi-n-Tichka pas over (2260 m. hoog)
Deze pas is al enkele dagen afgesloten voor vrachtverkeer wegens de sneeuw. Een Duits echtpaar is de pas vandaag gepasseerd en heeft doodsangsten uitgestaan.
Als het vannacht regent gaan we niet, want dan is de sneeuwlaag nog groter.
4 maart
Het wordt dus naar het noorden. Het regent in Marrakesh, dus sneeuwt het in de bergen, inkopen doen in de supermarkt en daar zien we op tv dat het in Frankrijk noodweer is met afgesloten snelwegen.
We gaan op weg naar Meknes. Het blijft de hele dag buiig. Soms hoost het gewoon. Je kunt zien dat het land er niet op ingesteld is. Het water loopt als een rivier op en langs de weg. En omdat alleen de hoofdweg geplaveid is, is het in de dorpen een gigantische slikboel. De kinderen die uit school komen lopen in groepjes onder grote stukken plastic om droog te blijven. Er is weinig verkeer op de weg en zoals overal in Marokko staan hier veel mensen langs de kant van de weg te liften. Van jong tot oud.
We nemen een Marokkaans gezin mee, een oud echtpaar en hun dochter? Verstaan kunnen we elkaar niet, maar met handen en voeten komen we erachter waar ze naar toe willen.
Deze nacht slapen we op een camping in El Skiba. Het is een hele toer om er te komen. Met mijn botten aan loop ik voor de camper uit door de watermassa op de weg om te kijken of de camper er wel door kan.
5 maart
Als we wakker worden merken we pas wat een prachtige plek dit is om te kamperen. Midden tussen de bergen en heerlijk rustig. Het is koud geweest vannacht. Op de bergen rondom ons ligt sneeuw en rijp op de bomen.
We vervolgen onze tocht naar Meknes. Het weer is opgeknapt en het is droog. Bij de bergpas Ito rusten we en genieten van het mooie uitzicht. Dan verder naar Meknes.
De camping ligt daar in het ommuurde deel van de stad en dus moet je door flink wat poorten voor je er bent.
Op de scooter nog even de stad in. We bezoeken een van de weinige religieuze gebouwen die voor niet-moslims toegankelijk zijn, het mausoleum van Moulay Ismaïl.
Een mooi gebouw met veel mozaïek en beeldhouwwerk.
6 maart
Op de scooter naar de nieuwe stad om een internetcafé te zoeken. Op deze manier is het makkelijk om contact te houden met het thuisfront. In Nederland blijkt het bar koud te zijn.
Terug op de camping lekker lezen in de zon. Na drie uur rijden we terug en bezoeken het museum Dar Jamai. Volgens de gidsen heeft dit museum een hele mooi collectie, maar wij zagen een paar tapijten en de rest van het museum was gesloten. Dat komt wel meer voor in Marokko vertelt ons later een VVV man. Geldgebrek is de oorzaak.
We dwalen wat door de soeks en bezoeken een onderaardse gevangenis. Net zoals zoveel bezienswaardigheden moet je weten waar ze zijn, anders loop je er zo aan voorbij.
De ingang van deze gevangenis is gewoon een gat in de grond met een trap. Nergens staat aangegeven dat er iets te zien is. De gevangenis is erg groot. Vroeger werd hij gebruikt voor de christenen die door piraten waren gevangengenomen. De gigantische ruimte maakte onderdeel uit van een enorme onderaardse stad die deels is ingestort bij de aardbeving van 1755.
’s Avonds gaan we deftig uit eten in restaurant “Riad”.
Het ligt tussen de muren van de stad en is een prachtig riad. We eten allerlei kleine voorgerechtjes,Harira (dikke soep), bstilja, tajine en een grand dessert van Marokkaanse nagerechtjes. Voor 335dh voor 2 personen is dat wel te doen!!!!!
7 maart
Vandaag is het weer prachtig weer. Tijd om de camper van binnen schoon te maken. Dan lekker in de zon zitten lezen. In de middag wandelen we naar de voorraadschuren van Moulay Ismaïl.
Vooraan een opslagplaats voor water compleet met waterraderen. Daarachter een gigantische ruimte voor het opslaan van graan. Hiernaast ligt een groot bassin om de stad van water te kunnen voorzien. Leuke plek om te wandelen en dat vinden de Marokkanen ook, want het is hier gezellig druk.
8 maart
Vandaag naar Volubilis. Hier liggen de resten van een oude Romeinse stad. Al vanuit de verte zie je resten liggen. We worden rondgeleid door een bijzonder goede Engelstalige gids. Ahmed Bouatya.
Hij is historicus en als zoveel Marokkaanse drs. heeft hij geen baan. Hij heeft vergunning om in Volubilus rondleidingen te geven en hij werkt bij een boer op de tractor.
Hij nodigt ons uit op de thee en we gaan met hem mee naar zijn huis. Hij woont nog bij zijn bejaarde ouders. Samen met vrouw en twee kleine kinderen heeft hij een huisje dat niet groter is dan onze camper. De bedden staan op elkaar gestapeld in de hoek, daarop het beddengoed en verder een bank langs de kant en een tafeltje en een tv. De keuken is letterlijk buiten onder een golfplaten afdakje.
De ezel in de stal, want daarmee gaat hij water halen bij de put.
Zijn vrouw (hij vertelt dat hij zijn vrouw pas voor het eerst zag op de huwelijksdag) zorgt voor zijn ouders. Ze maakt binnen de kortste keren een heerlijk maal. We krijgen gestoofde malve en een soort rijstsalade. En dan natuurlijk de onvermijdelijke Marokkaanse thee.
We zorgen ervoor dat we het adres van de familie hebben en gaan dan terug naar de camper. Die staat vannacht op het land van een kennis van Ahmed. Een jongen van een jaar of tien elf zal op de camper letten is afgesproken.
We gaan nog even naar Moulay Idriss dat vlak bij ligt. Dit is een heilige plaats voor de moslims. Als je 5 keer naar Moulay Idriss gaat op bedevaart, is dat hetzelfde als een bedevaart naar Mekka.
9 maart
Mustaffa heeft het in de gaten houden wel heel letterlijk genomen en blijkt vannacht naast de camper te hebben geslapen. Dat was nou ook niet de bedoeling. We geven hem een ontbijt en 20 dh.
En gaan door naar Fes. Onderweg nemen we nog een oud mannetje mee met 2 tassen vol flessen olijfolie en een afgestudeerde geoloog zonder werk. Gelukkig spreekt de geoloog Frans, zodat we weten waar de oude man eruit wil.
In Fes parkeren we vlak bij de soek en gaan met een gids de soek in en dat wordt een pittige wandeling van 31/2 uur. We zien een prachtige Medarsa (koranschool) jammerlijk in verval, wevers, koperslagers, leerlooiers etc.
Dit is weer een heel andere soek dan die in Marrakesh of Meknes. Hier zie je veel meer ambachtslui aan het werk tussen de winkeltjes.
Vooral de leerlooiers en ververs aan het werk is een indrukwekkend gezicht. Vanaf het terras van een winkel heb je een prachtig zicht op deze werkplaats.
De vellen worden eerst in stenen kuipen met daarin kalk en duivenstront gelooid en daarna geverfd in alle kleuren van de regenboog. De mannen staan tot hun kruis in de kuipen.
Vermoeid komen we uit de soek.
We rijden door naar Ifrane en zoeken daar een camping.
10 maart.
Ifrane ligt tamelijk hoog en bij aankomst ligt er nog wat sneeuw op de camping. Als je dit dorpje ziet waan je je zo in de Elzas. Het is een dorp dat zo in Frankrijk zou kunnen liggen. De koning heeft hier zijn zomerverblijf. De huizen hebben rode daken van dakpannen en op de schoorstenen nestelen ooievaars.
In tegenstelling tot de dorpen die we tot nu toe gezien hebben zijn alle straten geplaveid en zijn er zelfs stoepen.
We maken een lekker rustdagje en beginnen vast aan de vakantiefilm.
11 maart
We staan heel vroeg op. Om 8 uur gaan we al op pad. Het is buiten maar 5 graden, maar dat wordt anders als we richting Ouezzane rijden. We doen onderweg boodschappen bij Marjane (een Marokkaanse supermarkt keten)en als we op camping Rif arriveren is het 20 graden.
De stoelen meteen naar buiten en buiten lunchen. Dan op de scooter op zoek naar een internetcafé. Overmorgen is Joke jarig en daar moet een berichtje naar toe.
’s Avonds bakken we een visje en lekker genieten. We staan alleen op deze camping.
12 maart
’s Morgens gaan we op de scooter naar het stadje. We lopen rond in de Medina. Zien de grote en de groene moskee en bewonderen het uitzicht. Bij een tapijtwever kopen we twee tapijtjes en drie dekens. We ontbijten en lunchen buiten. Heerlijk weer.
’s Avonds eten we in het campingrestaurant, hoewel camping. De sanitaire voorzieningen zijn in het motel (nog geen twee jaar oud) maar uit de douche komt maar druppelsgewijs water. Het chemisch toilet moet geleegd worden op een vuilnishoop op een paar meter afstand van de put waaruit het water voor het motel wordt gepompt.
13 maart.
Lekker genieten van het weer. In de stad kopen we groenten op de soek. Sla en tomaten voor 3 dirham’s Avonds zitten we tot 9 uur buiten te kletsen met de andere campinggasten.
14 maart
We vertrekken naar Tetouan. Een afstand van ongeveer 150 km waar we 3 uur over doen.
Dat is hier het gemiddelde wat je haalt. Over 50 kilometer doe je een uur. Bijna alle wegen zijn tweebaans, bochtig en gaan door de dorpjes. De wegen zijn wel rustig.
We staan op de camping in Martil, een plaatsje vlak bij de zee. Er moet weer eens gewassen worden. Ook hier met de hand want niet een camping heeft wasmachines.
15 maart
Het miezert wat ’s morgens. Op de scooter gaan we naar Tetouan. We bezoeken de VVV en hebben een interessant gesprek met de medewerker hier. We bezoeken het archeologisch museum en wandelen ook hier door de soek. Ik laat me zelfs knippen bij een kapper voor 20 dh. Als het blijft regenen steken we morgen over.
16 maart
Het blijft dus regenen. We rijden rustig aan naar Ceuta en kopen van de laatste dirhams een ticket. Bij de douane oponthoud. Bij de Marokkaanse douane moet je weer allerlei papieren invullen er komt weer een stempel bij in het paspoort en eindelijk zijn we in Spanje. Daar zijn we zo door de douane. We gaan boodschappen doen in een hypermercado. Bij terugkomst blijkt dat er is ingebroken. De zijruit is opengebroken. Vreemd genoeg hebben ze alleen de fotocamera meegenomen en niet de PDA, de telefoon of de videocamera die ook zo voor het grijpen lagen. We gaan aangifte doen en na eerst van de lokale naar de landelijke politie te zijn gestuurd lukt het ons om de diefstal en de inbraak op papier te krijgen. Officieel. We gaan met de boot van half 6 mee. Onderweg waait het hard en om half 8 staan we in Tarifa op de camping.
17 maart
Vroeg opstaan en lekker douchen. Na 3 weken Marokko mag dat wel. Dan op naar Cadiz. Onderweg waait het verschrikkelijk hard. Op de camping in Puerto Santa Maria blijven we in de camper. Het zonnetje schijnt, maar wat een wind. We maken een onderdeel van onze film af en wandelen naar het stadje. We kijken waar we op moeten stappen op de boot naar Cadiz.
18 maart
Weer vroeg eruit, want om 9 uur gaat het pontje naar Cadiz. Het waait nog steeds hard. Als we net de haven uit zijn krijgen we te horen dat we niet met de pont terug kunnen. De havenmeester heeft gelast dat de boot vanwege de harde wind niet meer mag varen. Ook de veerboten tussen Marokko en Spanje varen niet.
Het wordt een avontuurlijke overtocht. Het water komt door de ramen en de deur naar binnen. Het schip stampt als een gek, Maar we bereiken veilig Cadiz.
In Cadiz bezoeken we het museo de Cadiz. Een mooie archeologische collectie met een grote afdeling over de Feniciërs. We bekijken het oratorium Santa Cueva en ’s middags eten we Pescado frito. We gaan met de trein terug. Het stormt nog steeds.
19 maart
We ontvluchten Spanje vanwege de storm en de temperatuur. Dat wordt een lange reisdag, maar ’s middags zijn we in Olmao een plaatsje vlak bij Faro.
Ze hebben hier wasmachines en ’s avonds hangen er meer dan 40 paar sokken te drogen.
Het is heerlijk weer en we zitten tot 8 uur buiten.
20 maart
Laat opstaan en uitgebreid ontbijten met Jokes laatste pancakes en bacon.
Om dat te compenseren een pittige wandeling naar het stadje.
In de zon is het heerlijk lezen en Vincent stroopt zelfs zijn mouwen op.
We eten bacalhou in het restaurant van de camping.
21 maart
Op de scooter naar het stadje en even een berichtje versturen dat alles nog goed gaat.
Op de markt wat fruit kopen en verder werken aan de film. Het is vandaag flink koeler dan gisteren.
Dan gaan we via Vigo ,Spanje, waar we op familiebezoek gaan richting Nederland.