Wakker worden in de trein naar Mongolië en ontbijten met Russisch brood met droge worst. Deze trein is wat moderner dan de trein tussen Moskou en Irkutsk. De wagons zien er ook Mongools uit met kleden en rood met gouden gordijntjes. In de vorige trein was maar een ander niet Russisch koppel, hier is het hele rijtuig vol toeristen. Vooral jonge backpackers. Ons Belgisch koppel is er ook weer. We rijden rustig door Siberië en arriveren om 1 uur bij het Russische grensstation. We zijn daar voorlopig nog niet weg. Eerst moeten de rijtuigen gerangeerd worden en dan pas komt de douane en de paspoortcontrole. Om 19.00 uur rijden we naar de Mongoolse kant. Daar stoppen we tegen 8 uur in Soekbaatar. Ook hier weer controle van paspoort en bagage. Weer formulieren invullen. Na de controle blijft de trein nog een uur staan. In de trein komen wisselaars die geld willen wisselen. Morgenochtend om 6.10 uur is de trein in Ulan Baatar. Dat betekent dus vroeg opstaan.
Dag 13 3 oktoberWe staan dus vroeg op om kwart over 5. Daarna alles opgeruimd. Lakens etc. Toen nog ontbeten. Om 6.10 uur reed de trein het station binnen. ( Mongoolse tijd , dus 7.10 uur Russische tijd) Geen gids of taxirijder voor ons te zien. We gaan maar naar de stationshal. En om half zeven komt Ganna ( Hanna?). Ze moet nog iemand ophalen en dat blijkt Roel te zijn. Met zijn drieën maken we de Gobi toer. Onze chauffeur heet Moebie. Eerst verschillende banken af voor we kunnen pinnen, dan water halen voor in de woestijn , tanken en de banden oppompen en dan kunnen we richting Gobi. Ulan Baathar is een enorme stad waar de helft van de Mongoolse bevolking woont. Meer dan 1 miljoen mensen. Er staan behoorlijk veel flats, maar er staan ook overal nog gers. We beginnen op de verharde weg, maar al spoedig is het zand en stenen. En dat gaat zo honderden kilometers door.
We zien onderweg veel dieren. Voornamelijk koeien schapen geiten kamelen en paarden. Dat is het vee wat de Mongolen houden. Dikwijls hele kuddes bij elkaar. Maar ook wilde dieren. Buizerds, die op een paar meter van de weg rustig zitten, gerbils en een vos. Ook veel kleine vogeltjes. De woestijn heeft nu in het najaar allerlei soorten bruine kleuren. Het gras is dor en de andere planten ook. Bomen en struiken staan er niet. In de winter kan het hier erg koud zijn en er valt dan ook sneeuw een 20 cm. Ook nu is het in de ochtend koud, maar als we gaan lunchen in een “ wegrestaurant” is het al behoorlijk warm en kun je in je polo buiten lopen. We lunchen met rijst, heel veel reepjes rundvlees en wat groenten. Plassen doen we onderweg gewoon in de woestijn. Om vijf uur komen we aan in Maldalgov. We slapen vannacht in een hotel. Een mooie grote kamer. Speciaal voor ons wordt de douche aangezet en kunnen we het woestijnstof van ons afwassen. ‘s Avonds een heerlijke maaltijd met veel verse groenten en boekweit en vlees. Vroeg naar bed, want na zo’n lange dag in de auto en twee nachten slecht slapen in de trein hebben we dat wel nodig.
Dag 14 4 oktober. Om 7 uur opstaan, de koffers inpakken en dan naar het ontbijt. Ze hebben reuze hun best gedaan. Om negen uur vertrekken we. Eerst nog tanken en dan weer de woestijn in. We zien de hele dag tot drie uur geen dorp. We komen maar een paar auto’s tegen. Wel zien we veel vee. We stoppen even bij een watervoorziening waar een Mongool zijn geiten laat drinken.
Dan weer verder. Volgens mij is de chauffeur op een gegeven moment de weg kwijt en rijdt naar een nomade om de weg te vragen. Vandaar uit rijden we steeds naar het zuiden tot we tegen drie uur aankomen bij een nomadenfamilie. We slapen vannacht in een ger. Er staan 4 bedden en Roel de andere medereiziger slaapt hier ook.
Verder zijn er 3 krukjes en een kachel. We worden verwelkomd in de ger van de eigenaar. We krijgen Mongoolse thee en zelfgemaakte koekjes. Ook een stukje kamelenkaas. Daarna de bedden opmaken en een stuk buiten lopen. Vlakbij staan jonge kameeltjes. Iets verderop lopen de schapen en de geiten. Er is geen WC dus moet je in de woestijn. Dat is niet erg, tijdens de ritten moet je dat toch ook. ‘s Avonds eten we in de ger van de eigenaars. Mie met vlees en wat groenten erin.
Het vlees is gedroogd vlees. Wanneer ze slachten snijden ze een groot deel van het dier in smalle dunne reepjes die in de zon en de wind gedroogd worden. Zo kun je het vlees lang bewaren. Bij de tent een zonnepaneel voor de electriciteit en een schotel voor de tv. Er is zelfs sateliet telefoon. Wij drinken thee bij de maaltijd. De anderen Mongoolse thee. Daarna komt de wodka. Gemaakt van kamelenmelk. Een heel ritueel waarbij de man de wodka in een zilveren schaal schenkt en aanbiedt met de rechterhand. Je moet met de rechterhand aanpakken, met je rechterringvinger indopen en een druppel wegschieten en dan drinken. De wodka is niet sterk, maar smaakt wel naar kameel. Ik drink er een paar slokjes van. Dan geef ik de kom, met de rechterhand terug. We blijven nog wat praten en laten foto’s zien. Wanneer we naar onze slaapplek gaan zien we de sterrenhemel. Prachtig en zoveel sterren. Je ziet zelfs de melkweg goed. We gaan vroeg naar bed want morgenochtend ontbijten we om 7 uur en dan verder.
Dag 15 5 oktober. We zijn er al vroeg uit. Prachtig is de woestijn ‘s morgens.
De kamelen worden al weer gemolken om daarna de steppe in te gaan. We ontbijten met een soort krentenbrood en thee. Daarna de bagage in de auto. De moeder van de vrouw gaat ook met ons mee naar Dalanzadgat.
Het is weer een lange rit en ik dood de tijd met lezen. om half twaalf komen we aan in het stadje. We lunchen warm in een restaurant. Daarna om een uur verder richting adelaarsvallei. De rit duurt niet zo lang en we komen ook in een heel ander landschap. Bergachtig. De adelaarsvallei maakt deel uit van een natuurpark. We gaan er dan ook binnen via een toegangshek. Dan nog een 10 kilometer rijden. Hier leven nog wilde schapen en ibex een soort berggeit. We zullen er vandaag geen zien. We zien wel een aantal gieren rondcirkelen boven de vallei. We parkeren op een parkeerplaats waarvandaan je nog twee kilometer moet lopen om bij een gletsjer te komen.
Nu in oktober is die er natuurlijk niet meer, maar de wandeling ernaar toe is de moeite waard. De plaats waar de gletsjer in de winter ontstaat ligt tussen hoge bergtoppen en er kan geen zonlicht komen. Het stroompje dat hier loopt bevriest in de winter en zo ontstaat de gletsjer die in de zomer langzaam smelt. We zien op onze wandeling veel muizen en marmotten. Dan terug naar de auto en naar de overnachtingsplaats. Een gerkamp. Eigenlijk net zoiets als stacaravans op een camping. Op een omheind terrein staan een twintigtal tenten die als overnachtingsplek worden verhuurd aan toeristen. Er is een toiletgebouw met warme douches en toiletten. In de ger staan houten bedden en krukjes om op te zitten en natuurlijk een kachel. We gaan heerlijk douchen en het stof van 2 dagen woestijn afspoelen. ‘s Avonds eten we in het restaurant van het kamp. Weer op tijd naar bed, omdat we morgen weer vroeg vertrekken.
Dag 16 6 oktober. Om half acht ontbijt en om half negen vertrek. We rijden vandaag via Bayanzag ( Flaming cliffs) naar Ongiin Kiid. Maar op weg naar Bayanzag gaat er iets mis en mist de chauffeur een afslag of zo iets. We merken achterin dat het niet goed gaat en we gaan in cirkels rond. Eindelijk vraagt hij iemand de weg en dan zijn we er ook zo bij die rode bergen. Maar het hele geintje kost wel een paar uur tijd. In die rode bergen zijn ontzettend veel overblijfselen van dinosaurussen gevonden. In de twintiger jaren van de vorige eeuw zocht Roy Chapman Andrews ( een Amerikaanse avonturier die model stond voor Indiana Jones) hier al naar overblijfselen en vond de eerste dino-eieren. We rijden naar de top van de kliffen en hebben van hieruit een prachtig uitzicht. Daarna rijden we een stukje verder en lunchen bij een eeuwenoud “ woud” hier midden in de woestijn. Dan gaat het verder naar de overnachtingsplaats. Nog 4 uur in de auto. Maar nu rijden we in een stuk door. De woestijn is hier zo vlak als een spiegel. Je zou kunnen denken dat je door de NO-polder rijdt waar pas geploegd is. Wanneer we het gerkamp naderen wordt het weer heuvelachtig.
We slapen weer in een tent. Vincent heeft een lekker dikke matras, ik een heel dun dingetje. We kunnen lekker warm douchen en daarna weer een goede maaltijd. Al die verhalen over verschrikkelijk voedsel zijn flink overdreven. We eten hier in de Gobi overal erg lekker.
Morgenochtend uitslapen. Morgen om 9 uur ontbijt. Dan een bezoek aan een boedistenklooster en daarna 140 km. naar de volgende halte. 140 km waarvan een gedeelte over een asfalt weg.
Dag 17 7 oktober. Gisteravond weer een prima maaltijd. We hebben nog een hele tijd zitten praten na het eten, daarna in de ger de foto’s overgezet en nog wat getikt. Ik lag in bed en Vincent ging nog even plassen, op zijn terugweg werd hij door de bewoners van de ger naast ons ( een groep Mongoolse vrienden) binnengeroepen en kreeg eerst wat melk en daarna 3 wodka’s te drinken. Hij heeft geslapen als een os. Vanmorgen weer een prima ontbijt. Dit keer waren er een soort platte oliebollen bij. Het brood was zelfgebakken. prima. Daarna te voet naar de ruïnes van de kloosters. In de dertiger jaren zijn bijna alle boeddhistische kloosters in Mongolië door de communisten vernield. De monniken zijn uitgemoord of naar Siberië verbannen.
Na de omwenteling in 1990 is er weer een tempel gebouwd tussen de twee kloosters in. De grote ger naast de tempel is het klooster waar de monniken wonen. We bekijken de tempel van binnen, ook nog het “museum” en gaan dan op pad. We zijn laat vertrokken. Het landschap verandert niet veel onderweg, dan maar een beetje lezen. Om half twee lunchen we net als gister met maaltijden die door mensen van de ger zijn verzorgd. Mogie heeft geregeld dat hij een hoop schapenbeenderen met daaraan vet en vlees meegekregen heeft. Later zal een Chinese gids opmerken dat de Mongolen alleen maar vlees eten. Mogie in elk geval wel! We rijden verder en tegen het einde van de rit rijden we door de steppe. Er stroomt een riviertje en er loopt erg veel vee. Langs de weg zitten veel verschillende roofvogels.
Ze vliegen niet op, ook niet als je de auto er vlak rijdt en uitstapt. We kunnen hele mooie foto’s maken. Kunnen we thuis opzoeken welke vogels het nu zijn. Gisteravond vertelde de gids al dat het gerkamp waar ze anders altijd slapen gesloten is. Wanneer we dan ook bij het klooster Erdine Zee aankomen moeten ze nog op zoek naar een slaapplaats. Waarom het hoofdkantoor in Ulan Baatar dat niet geregeld heeft begrijp ik niet. Na drie keer vragen is het raak en we slapen dus vannacht in een hotel. We hebben voor het eerst sinds Moskou weer een tweepersoonsbed. Dat bed is dan ook het enige wat er klopt in de kamer. De elektriciteitsdraden zitten met plakband aan elkaar. In de badkamer annex toilet staat het toilet een halve meter van de muur af, zodat je er maar net voor langs kunt naar de douche. De douche is een prachtige cabinedouche, voorzien van alle toeters en bellen, alleen kunnen die niet gebruikt worden. Er is een deur uitgehaald en via dat gat komt een slang met douchekop vanaf een boiler. De boiler moet je vullen door de kraan in de douche open te zetten. ( Op tijd dichtzetten, want anders loopt de boiler over) Dan de boiler aanzetten en wanneer het water warm is kun je de douchekop opendraaien en komt er een miezerig klein straaltje water uit. Omdat er maar één douchedeur is, komt er natuurlijk ook water naast de douche. Maar er is een muurtje gebouwd en het water blijft daar achter. Maar er is geen afvoer voor dat water. Een mooie kledingkast zonder hangers en maar één stoel. Voor de wc een sticker op de muur met duidelijke uitleg over het gebruik van een condoom. We gaan beneden zitten omdat we op de kamer geen stoel hebben en daar groen met goud behang en schilderijen met naakte Rubensvrouwen erop. Rood licht in de lobby. Is dit een hoerenkast???? Het eten is ronduit slecht naar Nederlandse begrippen, maar alla.
Dag 18 8 oktober. Een ontbijt van 3 boterhammen met jam en een omelet. Daarna gaan we naar Erdeene Zuu. Een kloostercomplex vlak bij het hotel. We gaan erheen met de auto. Het is een indrukwekkend geheel. Helemaal ommuurd met 108 stupa’s op de muren. In de 17e eeuw is dit complex gebouwd. Men heeft gebruik gemaakt van de overblijfselen van het verwoeste Karakorum, de oude hoofdstad van Mongolië. Het miezert een beetje. Dat voor het eerst. We bekijken de tempels met een gids. Anna vertaalt. Erg mooi vind ik de muurschilderingen. Verder allerlei boeddhabeelden etc. In de hoofdtempel is een ceremonie aan de gang. Een monnik reciteert uit een oud boek.
Er lopen verder veel jonge monniken rond. De jongste is 8 jaar. Op een gegeven moment klimmen er twee met een soort steek op een torentje op.Ze hebben een schelp en blazen daarop. Er komt een misthoornachtig geluid uit. Om de boze geesten weg te jagen. Om 12 uur rijden we aan. Deze dag op het laatste stukje na over een asfaltweg. Om 2 uur een stop voor de lunch. De mannen eten een soort groentensoep. Ik waag me aan het nationale gerecht: buuz. Dit zijn lapjes deeg met gehakt erin die gekookt worden. Wanneer we buitenkomen is het aan het sneeuwen. En dat houdt niet op. We gaan om in het Hustai nationaal park te komen nog 13 km. over een zandweg. Wanneer we er aankomen gaan we eigenlijk meteen het park in, ook al is het inmiddels al na vijf uur. Er is een kleine kudde wilde paarden in de buurt en omdat het nog steeds sneeuwt en koud is, zullen ze bijna zeker de luwte van het bos opzoeken en dan zijn ze voor ons niet meer te zien. Met 3 busjes gaan we dus het park in over een zandweg. Maar we zien de paarden.
We stappen uit en lopen een stuk door de kou en de sneeuw en kunnen toch redelijk dichtbij komen. Dan terug naar het kamp en we installeren ons in de laatste ger van dit gedeelte van deze reis.
In 2006 hebben WA en Maxima hier ook overnacht. Voor hen is een speciale ger gebouwd met douche en toilet. Dat is nu de suite. Daarna aan tafel, lekker eten, een film over het park, een rondleiding in het museumpje, een zingende gids en dan terug naar de ger. Die is nog steeds heerlijk warm.
Dag 19 9 oktober
. Vroeg eruit, want om 6 uur wordt er geklopt en komt een jongen de kachel vullen en weer aansteken. Dan om 8 uur ontbijt en vertrek uit het natuurgebied. Nog een goede 100 km. rijden naar Ulan Baatar. Het is erg druk in de stad en we staan dan ook een tijdje in de file. Om elf uur zijn we bij het Dream Hotel. Het is een mooie kamer en we gaan eerst lekker douchen en ons omkleden. De stofkleren in de koffer en helemaal schoon. Tegen half een naar buiten. we eten bij een heel klein tentje. Een soort gefrituurde kip aan een stokje met allerlei salades. Dan naar het historisch museum van Mongolië. Een heel mooi museum met een gevarieerde tentoonstelling. Aan te raden. de manier van tonen is erg goed en bijna overal is er uitleg in het Engels. Een jong meisje vraagt aan Vincent of ze moet vertalen, maar als Vincent uitlegt dat hij ook Engels kan lezen loopt ze giechelend weg. Daarna op zoek naar een supermarkt om eten voor tijdens de treinreis te kopen. Na enig zoeken vinden we er een in een winkelcentrum. Nog wat lezen op de kamer en vanavond om 6 uur naar een voorstelling samen met de gids. Gana is er op tijd, maar er zijn vanaf oktober geen voorstellingen meer. We besluiten dan maar om wat te gaan eten met zijn vieren. Het wordt een soort all you can eat Mongools Barbecue restaurant. Daarna naar het hotel, even afscheid nemen en Vincent gaat eigenlijk meteen slapen. Ik speel nog een spelletje.
Dag 20 10 oktober. Vroeg op, want om half zeven worden we opgehaald en naar het station gebracht. Mogi is er niet, maar een andere chauffeur brengt ons en ook Ganna is van de partij. We zijn ruim op tijd. Weer hebben we een 4 persoonscoupe voor ons twee. Geen 1e klas dus. We rijden de hele dag door de Gobi. Het landschap blijft geel en bruin en verandert nauwelijks. Om vijf uur eten we in de restauratie wagen. Een mooi wagen, houtsnijwerk, overal koper etc. De prijzen zijn er ook naar. Het eten is niet top. Om zeven uur komen we bij de grens. Eerst Mongolië uit en weer moeten we allerlei formulieren invullen. Daarna rijden we een paar kilometer door en nu zijn het Chinese douaneformulieren. Wanneer we bij het station aankomen staan de douaniers strak in het gelid op het perron en klinkt er muziek( Chinese volkslied?) Daarna is het een heen en weer rijden van de trein. De wagons moeten op een ander onderstel geplaatst worden. En dat gaat lang duren. We krijgen ook tickets voor de maaltijden van morgen.
Geloof + macht = oorlog
Parallellen tussen nu en de oudheid